QNAP

Automount een QNAP NFS Share

Als je een linux server bezit wil je die kunnen benaderen vanuit Ubuntu. Dat kan o.a. met Samba. Het is echter prettiger om gebruik te maken van het NFS protocol.

  • Het Network File System, of kortweg NFS, is een netwerkbestandssysteem dat oorspronkelijk werd ontworpen door Sun Microsystems in 1984 voor hun eigen Unix-werkstations.
  • NFS maakt het mogelijk om bestanden op te vragen over het netwerk op dezelfde manier als men dit zou doen voor bestanden op de lokale schijf.
  • NFS bestaat enkel uit een bestandssysteem en heeft niets te maken met procesbeheer of geheugenbeheer.

Een ander voordeel is dat je onder Nautilus de bestanden kan zien zoals je lokaal ook gewend bent. Zo worden foto’s dus keurig met een thumbnail weergegeven.

Zelf gebruik ik een QNAP TS-419P NAS en dat is natuurlijk ook een server. Gelukkig wordt daarin ook NFS als service aangeboden. Als je die aanzet dan kan je daar ook gebruik van maken.

Om zondermeer gebruik te kunnen maken van NFS op je Ubuntu desktop heb je een paar stappen te maken. Ten eerste installeer je nfs-common (sudo apt-get install nfs-common).

Let op: https://www.digiplace.nl/krijg-je-die-nfs-netwerkshare-niet-meer-automatisch-verbonden-onder-ubuntu-14-10/

Je maakt vervolgens een mountpoint aan op je computer. Zelf gebruik ik daarvoor /mnt/Nas (sudo mkdir /mnt/Nas). Straks wordt de NAS dus gekoppeld aan die plek op je computer. Belangrijk: Zorg dat je zelf de owner/eigenaar bent van die map. Doe dat met behulp van chown en de volgende syntax : sudo chown -R jouwinlognaam:jouwinlognaam /mnt/Nas (of jouw mountpoint)

Vervolgens edit  je fstab (gksudo gedit /etc/fstab) en plaatst daar een extra regel met de volgende syntax:

example.hostname.com:/jouwkeuze /local/ubuntu nfs rsize=8192,wsize=8192,timeo=14,intr

example.hostname.com:/ubuntu is de naam van de NAS (of het IP adres) met achter de dubbele punt de share map die je wil koppelen.
/local/ubuntu is de lokatie waarmee je wilt koppelen. In mijn voorbeeld is dat dus /mnt/Nas
De rest neem je over. De time0=14 is de timeout die het systeem in acht neemt voordat de koppeling tot stand komt. Dat kan sneller, maar deze waarde is veilig ingesteld.

Als je dan je desktop herstart en even die timeout afwacht kan je onder Nautilus naar je aangemaakte /mnt/Nas toe klikken om meteen toegang te krijgen tot je share op je NAS.

 

Hoe verbind je Ubuntu automatisch met een Samba share op een QNAP NAS?

Liever een NFS oplossing? Kijk dan hier (werkt veel beter op een Linux computer)

Als je naast je ‘gewone’ computer ook nog andere computers in je netwerk hebt hangen dan wil je daar op enig moment natuurlijk ook naar toe kunnen gaan. Als die andere computers werken onder Windows dan maak je daarvoor meestal gebruik van het zgn. Samba protocol. Het werkt snel, wordt goed ondersteund door Linux en je kan er zondermeer gebruik van maken via bijvoorbeeld Nautilus. Samba is zo ingeburgerd dat ook Linuxservers Samba bijna standaard aan boord hebben.

Het is eenvoudig om verbinding te krijgen met een samba share. In nautilus tik je in smb://usernaam@ipadresvanserver/sharenaam en je komt binnen. Maar is het niet gemakkelijker om het automatisch te doen? Je zet je computer aan en de samba share is beschikbaar. Hoe dat gaat staat in dit artikel.

Aan de slag op de server

In mijn situatie gaat het om een gewenste permanente  verbinding tussen mijn Ubuntu desktop en een in mijn netwerk opererende QNAP NAS (TS-419P). Die NAS geeft de mogelijkheid om met Samba te werken. Dankzij de eenvoudige webinterface van QNAP is het een kwestie van een vinkje plaatsen bij de Netwerk Services.

Het instellen van de cliënt

Op de desktop moet er wel wat meer gebeuren. Om te beginnen installeer je het pakket smbfs met het commando sudo apt-get install smbfs

The SMB/CIFS protocol provides support for cross-platform file sharing with Microsoft Windows, OS X, and other Unix systems.

Omdat ik specifiek wil dat een share op mijn QNAP NAS constant is gemount moet ik ervoor zorgen dat bij het booten de inloggegevens van die NAS bekend zijn. Daarom maak je een klein onzichtbaar tekstbestandje (gksudo gedit /root/.naslogin) en plaatst daarin je gebruikersnaam en je wachtwoord. Let wel..de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker op je NAS.

In dit voorbeeld noem ik  dat bestand dus .naslogin waardoor de PUNT ervoor zorgt dat het bestand niet automatisch zichtbaar wordt weergegeven. In dit bestand komen maar twee regels tekst te staan:

username=
password=

En inderdaad, achter het = teken komt dan de gebruikersnaam en wachtwoord te staan van de gebruiker op die NAS. Omdat het bestand onzichtbaar in de /root map komt te staan heeft het in ieder geval een veilig plekje gevonden.

Dit bestand moet je aanpassen met het commando: sudo chmod 600 /root/.naslogin

Vervolgens open je met rootrechten wederom je editor en past het bestand /etc/hosts aan (gksudo gedit /etc/hosts) In dit bestand voeg je het IP adres van je server met daarachter de netwerknaam toe. De standaard netwerknaam van een QNAP NAS is QNAP en als je die niet zou hebben veranderd komt er dus QNAP achter het IP adres van je NAS te staan.

De volgende stap is het aanmaken van een zgn. mountpoint. Dat is een map die straks de complete inhoud van de QNAP share laat zien alsof het op jouw computer staat. Je maakt die map aan met het commando sudo mkdir /media/mapnaam. In dit voorbeeld noem ik die map dus ‘mapnaam’

Die map moet je vervolgens even goed in zijn rechten zetten. Vanuit de terminal doe je dat met het commando sudo chmod 777 /media/mapnaam

We zijn er nu bijna. Je moet nu het bestand /etc/fstab aanpassen. Dat doe wederom met rootrechten en dus met gksudo gedit /etc/fstab. Maak het venster van gedit wat groter zodat alles keurig wordt uitgelijnd en voeg een nieuwe regel toe met de volgende syntax:

//ipadresvanjeserver/sharenameopserver /media/mapnaam cifs credentials=/root/.naslogin,rw,iocharset=utf8,dir_mode=0777,file_mode=0777  0 0

Let dus goed op dat je de juiste waardes vermeld (ipadres, mapnaam, sharenaam en inlogbestand). Als het allemaal correct is wordt de verbinding gemaakt als je daarna het commando sudo mount -a intikt in je terminal. Je ziet dan een icoon van de share op je bureaublad verschijnen.

Tot slot:

Als je hierna je computer herstart zie je meteen weer dat icoon op je bureaublad staan én een vermelding in Nautilus. Als je liever geen icoon op je bureaublad ziet staan dan kan je kiezen om sudo gconf-editor in te voeren en dan het  vinkje te verwijderen bij de entry:  Apps/nautilus/desktop.. volumes_visible.

Simpel Backup Suite

Onlangs werd hier een QNAP TS-419 NAS geïnstalleerd. Met de komst van een dergelijke machine ga je natuurlijk ook nadenken over een backup strategie. Voorheen kopieerde ik de belangrijkste mappen en bestanden naar een aparte partitie van mijn harde schijf. En heel soms kopieerde ik die ook weer naar een externe harde schijf. Dat kan je niet echt een strategie noemen natuurlijk.

Daarom ben ik overgestapt naar een geautomatiseerd proces van backuppen. Hoewel dat ook prima kan met bijv. rsync heb ik een grafische frontend gebruikt: Simple Backup Suite.

Simple Backup Suite comprises of backend backup script and GNOME GUI frontends that provide a simple yet powerful backup solution for common desktop users. Simple Backup Suite comprises of backend backup script and GNOME GUI frontends that provide a simple yet powerful backup solution for common desktop users.

Installeren en configureren

Installeren is eenvoudig te realiseren via bijv. Ubuntu Softwarecentrum. Zoek naar “Configuratie van Simple Backup” en de benodige bestanden worden geinstalleerd. Daarna kan je het programma configureren via Toepassingen, Systeemgereedschap, Simple Backup-Configuration.

De opties van Simple Backup Suite spreken wel voor zich. Ik heb gekozen voor een volledige backup om de 30 dagen en verder wordt er dagelijks een incremental backup gemaakt. Uiteraard heb ik vervolgens de belangrijkste mappen gekozen waar mijn data én instellingen worden bewaard. Denk dan aan bijv. Documenten, maar ook aan de (onzichtbare) mappen voor applicaties zoals bluefish, xchat, thunderbird etc.

Wat ik alleen even moest uitzoeken was de manier om dat naar mijn NAS te laten stromen. Maar dat bleek ook niet lastig te zijn. Op mijn QNAP heb ik het FTP protocol actief gemaakt. Ik gebruik die alleen intern, want de poort is niet naar buiten open gezet. (Je kan natuurlijk ook ssh gebruiken).

Door nu de juiste verwijzing te maken wordt volautomatisch iedere dag de backup gedraaid. Dat gaat snel en geruisloos en dat maakt het leven weer een heel stuk prettiger (en veilig)

Een QNAP TS-419P in de praktijk

De tijden veranderen en onze opslag veranderd mee. Zo was mijn eerste computer nog voorzien van een 10 Mb harde schijf. Tegenwoordig worden onze computers uitgerust met een opslag van 1 TB of meer.

Toch is het niet altijd handig om die opslag te beperken tot het gebruik op maar 1 computer. We hebben onze computers tegenwoordig onderdeel gemaakt van een (thuis)netwerk. En dan wil iedereen in het netwerk wel mee profiteren van een grote opslagruimte. Om in die behoefte te voorzien zijn er meerdere oplossingen mogelijk.

Network Attached Storage

Er zijn bijvoorbeeld routers verkrijgbaar die een externe harde schijf kunnen integreren in het netwerk. En je kan natuurlijk een server inzetten als fileserver voor op je netwerk. En wat te denken van cloudcomputing? Maar toch blijft de mooiste oplossing voor centrale opslag de inzet van een NAS. Dat staat voor Network Attached Storage. Een NAS is eigenlijk niets meer dan een opslagmedium die dankzij het TCP/IP protocol data kan overdragen aan alle op dat netwerk aangesloten computers.

En dat is wezenlijk eigenlijk precies wat een fileserver ook doet. Maar er zijn op onderdelen toch wel verschillen aan te wijzen. Het grootste verschil is dat het besturingsysteem van een NAS. Het besturingssyteem is toegesneden op het verrichten van pure fileserver activiteiten. Dat geeft voordelen in zowel performance als in energiebeheer. Het besturingssyteem (de firmware) is immers helemaal op maat gemaakt voor de door de fabrikant samengestelde hardware.

Gelukkig blijft de functionaliteit van die firmware niet beperkt tot pure fileserver activiteiten. Je kan op een NAS ook software installeren waarmee je NAS gebruikt kan worden als Web-, FTP- of print server of je gebruikt de NAS om automatisch bittorrents of nzb bestanden naar binnen te trekken.

Er zijn voor de thuis en soho eindgebruikers meerdere merken te vinden die zich specialiseren in deze markt. Grote namen zijn bijvoorbeeld Synology, Qnap, Netgear, Linksys, Freecom en Buffalo maar de lijst is nog heel veel groter te maken.

QNAP TS-419P

Zelf heb ik sinds kort een QNAP TS-419P in gebruik genomen. Het is eigenlijk alweer een gedateerd model want de opvolger is de QNAP TS-419p+. Die heeft nagenoeg dezelfde prijs maar een iets zwaardere processor aan boord. Nu we toch over hardware praten is het wel handig om even de belangrijkste specificaties te vermelden:

Als processor is gekozen voor een Marvell 6281 CPU die draait op een snelheid van 1.2 GHz. Aan boord is dan vervolgens 512 MB aan DDRII Ram geheugen en 16 MB aan flash geheugen. Er zijn twee Gigabit Lan poorten en 4 USB 2.0 poorten aan boord. Er zijn 4 zgn. hot-swappable harde schijf trays die kunnen worden voorzien van 2,5″ of 3,5″ (sata I/II) schijven. Ik heb gekozen voor 4 x 1,5 TB HDD’s van Samsung. Het is dan prettig om te weten dat er nog twee extra eSATA poorten beschikbaar zijn voor externe plaatsing van twee extra schijven.

RAID configuratie

Met 4 harde schijven van ieder 1,5 TB is het raadzaam om optimaal gebruik te maken van die opslag. Je kan ze natuurlijk inzetten als 4 afzonderlijke schijven, maar dat is niet zo handig in de praktijk. Het is gebruikelijk om een zgn. RAID configuratie te gebruiken.

RAID staat voor ‘Redundant Array of Independent Disks’ Met behulp van een RAID configuratie wordt de opslag van je data verspreid over meerdere schijven. Er zijn meerdere zgn. RAID niveaus die ieder hun voor- en nadelen kennen. Zo wordt bijvoorbeeld bij RAID 0 een aantal schijven benaderd alsof het één grote schijf is. Door de manier waarop data wordt weggeschreven over fysiek verschillende schijven wordt dit systeem heel erg snel. Maar als er een schijf kapot gaat is alle data ook verloren gegaan.

En juist het risico van gegevens verlies wordt centraal gesteld bij een NAS configuratie. Daarom wordt bij een NAS met 3 of meer schijven vaak gekozen voor een RAID 5 configuratie. Met RAID 5 wordt de data gelijkmatig verdeeld over meerdere schijven en wordt er extra informatie bijgehouden (dat wordt parity genoemd) waarmee de gegevens zijn te herconstrueren wanneer er een harde schijf stuk gaat.

Dankzij een dergelijke setup zijn je gegevens veilig. Als er een schijf kapot gaat kan je die vervangen voor een nieuw exemplaar en wordt dankzij de parity informatie de ontbrekende gegevens herberekend en opnieuw geconstrueerd. Het nadeel van RAID5 is de berekening van de parity informatie waardoor het schrijven van data altijd wat extra tijd kost.

Gelet op de voordelen van een RAID 5 configuratie heb ik voor de QNAP ook voor RAID 5 gekozen. Je komt vanzelf voor die keuze te staan als je start met de setup van deze NAS. De 1e initialisatie van de NAS duurt circa 45 minuten. Maar het bouwen van de RAID5 configuratie (op de achtergrond) duurt echt wel lang. Ik meen dat het iets van 14 uur geduurd heeft. Maar dat ging niet zomaar in een keer.

Firmware problemen

Voor ik begon met het installeren van de NAS had ik besloten om meteen te starten met de toen beschikbare laatste firmware. De meegeleverde cd had de firmware van april en het leek mij zinvol om meteen met de laatste versie te starten. Dat was de 3.3.5 versie die toen nog (inmiddels niet meer) op de website van QNAP was te vinden. Maar gaandeweg het opbouwen van de RAID5 configuratie bleek er iets fout te gaan. Op enig moment was de NAS niet meer te benaderen. Niet met de browser (ipadres:8080), niet vanuit Nautilus en ook pingen vanuit de terminal bleek onmogelijk te zijn. Kortom…”Houston, we have a problem”. Na een harde reboot het proces nog een een keer gestart en wederom hetzelfde probleem. Op dat moment blijkt al snel via het forum dat er meerdere van dit soort problemen zijn gemeld. Omwille van die problemen is alsnog de cd gepakt en met die oude firmware was de zaak probleemloos opgezet.

Vanuit die situatie werd de firmware opgewaardeerd naar wederom versie 3.3.5. De gedachte was dat er mogelijk een bug zat in het bouwen van de RAID5 configuratie en dat de rest wel goed zou zitten. Helaas bleek dat een misvatting te zijn. Na een tijdje bleek de NAS wederom “te hangen”. Om een lang verhaal kort te maken bleek dat versie 3.3.4 en 3.3.5 echt grote fouten bevatten. QNAP heeft ze daarom ook (mede naar aanleiding van mijn gemelde ervaringen) uit de markt getrokken en liet weten dat er gewerkt moest worden met versie 3.3.3 build 928. Dat leek inderdaad een goede optie te zijn, maar na enkele dagen werd wederom het plezier verstoord door dezelfde verschijnselen. Ook de inmiddels op de markt gebrachte versie 3.3.6 loste dat probleem niet op. Uiteindelijk werk ik nu met versie 3.3.2 omdat daarvan wordt gezegd (door gebruikers) dat deze versie wel stabiel blijkt te zijn.

Het ziet er dus naar uit dat de fabrikant problemen heeft met het aanbieden van goede firmware. Elke maand komt er wel nieuwe firmware uit, maar op deze manier heb je er niets aan. Ik mag alleen maar hopen dat QNAP hier lering uit trekt want ze bewijzen zichzelf een slechte dienst door op deze manier met hun firmware en klanten om te springen.

Omwille van deze problemen aarzel ik om hier meteen al mijn ‘gewone’ ervaringen mede te delen. Op zich zijn die wel goed, maar uiteindelijk valt alles tegen als de NAS dood valt. Voorlopig lijkt het goed te gaan met de 3.3.2 firmware en heb ik inmiddels een hoop data over weten te zetten naar mijn NAS. Maar de praktijktest moet wel worden verlengd want op dit moment is het nog te vroeg om erg enthousiast over haar mogelijkheden te schrijven. De tijd zal het leren en dan komt vanzelf een vervolg op dit artikel.

Scroll naar boven