Open source evangelisten zijn enthousiaste mensen. Ze geloven in de meerwaarde van vrij, open en transparant. Velen zijn er tot in het diepst van hun wezen overtuigd van de technologische superioriteit van open oplossingen, om nog maar te zwijgen van de morele verhevenheid ervan. En dat zwijgen doet een open source evangelist so wie so niet snel, hetgeen een bron van kritiek is bij ‘de andere kant’, de voorvechters van de redelijke, pragmatische en bovenal traditionele gesloten oplossingen.
De uitspraak “Fanaticism consists of redoubling your effort when you have forgotten your aim” wordt toegeschreven aan George Santayana. Open source enthousiastelingen hoeven niet zo heel veel te doen om het predikaat ‘fanatiek’ opgedrukt te krijgen. Onverkort vasthouden aan het actieplan Nederland Open in Verbinding, overigens ondersteund door alle fracties in de Tweede Kamer, is al voldoende. Dat actieplan is wel leuk, maar ‘we’ mogen niet vergeten dat de werkelijkheid van alle dag echt anders is. Open oplossingen zijn niet in alle gevallen dé oplossing en misschien zelfs niet eens de best beschikbare oplossing in een bepaalde situatie. De zinssnede: “Open source is een middel, niet een doel” duikt dan snel op. ‘Wij’ moeten eens ophouden met dat gehamer op open.
‘De andere kant’, omvattende de voorvechters van redelijke, pragmatische en bovenal traditionele gesloten oplossingen zijn uiteraard genegen de wens en intentie van de politiek en opdrachtgevers een redelijke en pragmatische invulling te geven. Hoe redelijk en pragmatisch bleek recentelijk toen een uitvoerder van een megaproject bij de rijksoverheid in op Webwereld stelde dat meer open source en open standaarden gerealiseerd gaan worden door “Eerst alles (te) standaardiseren op gedeelde gesloten standaarden van Microsoft en de open standaarden die Microsoft al ondersteunt”. Dit werd dan wel gevolgd door de uitspraak dat daarna verder gekeken kan worden naar open source en andere open standaarden. Dat is dan wel weer fijn, toch?
Dat bij de uitvoering van het actieplan NoiV een nuchtere blik op de (on)mogelijkheden van open oplossingen op dit moment noodzakelijk is, is voor de meeste open source evangelisten evident. De politiek heeft wel besloten dat open standaarden en open source software een meer centrale plaats binnen de overheid moeten innemen. Jammer genoeg zijn de beslissers nog lang niet zo ver dat ze open en gesloten oplossingen op basis van gelijkwaardige en eerlijke criteria transparant beoordelen. Het uit de weg ruimen van de meest belachelijke gedachten en ideeën rond ‘open’ staat nog hoog op het actielijstje van de open source enthousiastelingen. Een stevig tempo is daarbij wenselijk, want onderwijl worden beslissingen genomen die het verwezenlijken van het gewenste eerlijke speelveld opnieuw een paar jaar naar de toekomst verschuiven.
Is de kritiek terecht en hameren ‘wij’ te veel op ‘open, open en nog eens open’? Of is dat gehamer gerechtvaardigd zolang de deuren van de geest net zo gesloten zijn als de redelijke, pragmatische en vooral traditionele gesloten oplossingen die nu als standaard worden gepresenteerd?