Linux

Ubuntu One wachtrij controleren

Iedereen die gebruik maakt van Ubuntu One herkent wel de soms opkomende vraag “zijn we al gesynced? “. Want het gaat niet altijd even snel. Vooral als je grote bestanden aanbied kan het even duren voordat alles beschikbaar is gesteld onder Ubuntu One. Er is gelukkig ook een hulpmiddel om daar meer inzicht in te kunnen krijgen.

U1SDTOOL

Met behulp van Ubuntu One Synchronization Daemon Tool krijg je alles wat je wilt weten.

Zo geeft het commando u1sdtool –waiting-content inzicht in de bestanden die momenteel worden gesyncroniseerd.

En met u1sdtool –current-transfers krijg je te zien hoever het staat met de overdracht van bestanden.

Meer weten? Kijk dan eens naar man u1sdtool voor alle mogelijkheden.

(bron: Tux Tweaks)

Adobe Air (en Tweetdeck) op een 64 bits Ubuntu systeem

Op mijn HTC Desire HD is Tweetdeck de onbetwiste applicatie voor mijn Twitter account. Op mijn Ubuntu desktop gebruik ik daar nog steeds Gwibber voor. En dat begint toch te steken. Gwibber kan niet zover terug in historie en reageert niet altijd even snel in de tijdlijn. Daarnaast zijn er veel meer mogelijkheden in Tweetdeck aanwezig. Waarom dus niet op mijn desktop overstappen naar Tweetdeck?

Dat lijkt logisch ware het niet dat Tweetdeck Adobe Air nodig heeft om te kunnen functioneren. En Adobe Air werkt niet onder een 64 bits versie van Linux. Maar gelukkig is er een oplossing.

Voor de zekerheid controleer je of je lib32nss-mdns  hebt geïnstalleerd (sudo apt-get install lib32nss-mdns)

Download de Adobe Air deb package en sla die op je bureaublad op

Maak op je bureaublad een tijdelijke map aan met de naam tmp

Open een terminal tik in cd /Bureaublad of cd/ Desktop en ga verder met de opdrachten:

dpkg-deb -x adobeair.deb tmp

dpkg-deb –control adobeair.deb tmp/DEBIAN

sed -i “s/i386/all/” tmp/DEBIAN/control

dpkg -b tmp adobeair_64.deb

en sluit dit verhaal af met het commando:

sudo dpkg -i adobeair_64.deb

Vervolgens ga je naar de downloadpagina van Tweetdeck en kiest voor de button Download nu (gratis)

De rest wijst zich zelf.

Hoe verbind je Ubuntu automatisch met een Samba share op een QNAP NAS?

Liever een NFS oplossing? Kijk dan hier (werkt veel beter op een Linux computer)

Als je naast je ‘gewone’ computer ook nog andere computers in je netwerk hebt hangen dan wil je daar op enig moment natuurlijk ook naar toe kunnen gaan. Als die andere computers werken onder Windows dan maak je daarvoor meestal gebruik van het zgn. Samba protocol. Het werkt snel, wordt goed ondersteund door Linux en je kan er zondermeer gebruik van maken via bijvoorbeeld Nautilus. Samba is zo ingeburgerd dat ook Linuxservers Samba bijna standaard aan boord hebben.

Het is eenvoudig om verbinding te krijgen met een samba share. In nautilus tik je in smb://usernaam@ipadresvanserver/sharenaam en je komt binnen. Maar is het niet gemakkelijker om het automatisch te doen? Je zet je computer aan en de samba share is beschikbaar. Hoe dat gaat staat in dit artikel.

Aan de slag op de server

In mijn situatie gaat het om een gewenste permanente  verbinding tussen mijn Ubuntu desktop en een in mijn netwerk opererende QNAP NAS (TS-419P). Die NAS geeft de mogelijkheid om met Samba te werken. Dankzij de eenvoudige webinterface van QNAP is het een kwestie van een vinkje plaatsen bij de Netwerk Services.

Het instellen van de cliënt

Op de desktop moet er wel wat meer gebeuren. Om te beginnen installeer je het pakket smbfs met het commando sudo apt-get install smbfs

The SMB/CIFS protocol provides support for cross-platform file sharing with Microsoft Windows, OS X, and other Unix systems.

Omdat ik specifiek wil dat een share op mijn QNAP NAS constant is gemount moet ik ervoor zorgen dat bij het booten de inloggegevens van die NAS bekend zijn. Daarom maak je een klein onzichtbaar tekstbestandje (gksudo gedit /root/.naslogin) en plaatst daarin je gebruikersnaam en je wachtwoord. Let wel..de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker op je NAS.

In dit voorbeeld noem ik  dat bestand dus .naslogin waardoor de PUNT ervoor zorgt dat het bestand niet automatisch zichtbaar wordt weergegeven. In dit bestand komen maar twee regels tekst te staan:

username=
password=

En inderdaad, achter het = teken komt dan de gebruikersnaam en wachtwoord te staan van de gebruiker op die NAS. Omdat het bestand onzichtbaar in de /root map komt te staan heeft het in ieder geval een veilig plekje gevonden.

Dit bestand moet je aanpassen met het commando: sudo chmod 600 /root/.naslogin

Vervolgens open je met rootrechten wederom je editor en past het bestand /etc/hosts aan (gksudo gedit /etc/hosts) In dit bestand voeg je het IP adres van je server met daarachter de netwerknaam toe. De standaard netwerknaam van een QNAP NAS is QNAP en als je die niet zou hebben veranderd komt er dus QNAP achter het IP adres van je NAS te staan.

De volgende stap is het aanmaken van een zgn. mountpoint. Dat is een map die straks de complete inhoud van de QNAP share laat zien alsof het op jouw computer staat. Je maakt die map aan met het commando sudo mkdir /media/mapnaam. In dit voorbeeld noem ik die map dus ‘mapnaam’

Die map moet je vervolgens even goed in zijn rechten zetten. Vanuit de terminal doe je dat met het commando sudo chmod 777 /media/mapnaam

We zijn er nu bijna. Je moet nu het bestand /etc/fstab aanpassen. Dat doe wederom met rootrechten en dus met gksudo gedit /etc/fstab. Maak het venster van gedit wat groter zodat alles keurig wordt uitgelijnd en voeg een nieuwe regel toe met de volgende syntax:

//ipadresvanjeserver/sharenameopserver /media/mapnaam cifs credentials=/root/.naslogin,rw,iocharset=utf8,dir_mode=0777,file_mode=0777  0 0

Let dus goed op dat je de juiste waardes vermeld (ipadres, mapnaam, sharenaam en inlogbestand). Als het allemaal correct is wordt de verbinding gemaakt als je daarna het commando sudo mount -a intikt in je terminal. Je ziet dan een icoon van de share op je bureaublad verschijnen.

Tot slot:

Als je hierna je computer herstart zie je meteen weer dat icoon op je bureaublad staan én een vermelding in Nautilus. Als je liever geen icoon op je bureaublad ziet staan dan kan je kiezen om sudo gconf-editor in te voeren en dan het  vinkje te verwijderen bij de entry:  Apps/nautilus/desktop.. volumes_visible.

Gnome 3

Gebruikers van de Gnome desktop krijgen in april van dit jaar te maken met een geheel nieuwe versie van hun vertrouwde Gnome werkblad omgeving. De huidige 2.* branche die in juni 2002 werd geïntroduceerd zal niet verder worden ontwikkeld dan haar huidige 2.32 versie.

Vanaf april 2011 krijgen we namelijk Gnome 3.0 aangeboden. Het meest in het oog springende verschil zal het gebruik van Gnome Shell zijn. Deze Gnome Shell vervangt de huidige panels en zal op een andere manier gaan zorgen voor het ‘bedienen’ van de desktop. Daarnaast zal de Metacity window manager worden vervangen door Mutter. Het grote verschil hierbij is dat Mutter compositing gaat aanbieden.

Ubuntu heeft al aangegeven dat ze op een andere manier invulling gaan geven aan Gnome 3.0. Zij zullen met een eigen variant gaan komen, waarbij enerzijds Compiz als windowmanager zal worden ingezet en anderzijds Gnome Shell zal worden vervangen door Unity.

Gebruikers van de alpha versie voor Ubuntu 11.04 kunnen daar al mee experimenteren. Zelf ben ik nog niet zover , maar binnenkort gaat er wel een van mijn computers draaien onder  de Alpha van Ubuntu 11.04.

Maar hoewel Unity anders zal worden vormgegeven én werken dan Gnome Shell lijken ze natuurlijk inhoudelijk wel op elkaar. En daarom ben ik nu eens gaan kijken naar de uitwerking van Gnome Shell. Gewoon om eens te zien in hoeverre die nieuwe desktop mijn desktop gebruik zal gaan veranderen.

Onder Ubuntu 10.10 is dat snel gedaan door Gnome shell te installeren. Vanuit een terminal is een sudo apt-get install gnome-shell voldoende. Vervolgens heb ik ervoor gekozen om Compiz even te vervangen door Metacity. Dat gaat eenvoudig met behulp van Fusion-Icon (sudo apt-get install fusion-icon). Je kan daarna dit programma vinden in je hulpmiddelen menu en eenmaal opgestart kan je met een linker muisknop de keuze wel vinden om te kiezen voor  Metacity.

Vervolgens start je Gnome Shell op door een uitvoer venster te openen met de toetscombinatie ALT+F2 en daarin geef je dan het commando: gnome-shell –replace.

Dat levert meteen een hele transformatie van je desktop op. Alleen je wallpaper blijft eigenlijk staan. De twee panels zijn verdwenen. Aan de bovenkant van het scherm is een zwarte balk verschenen met links een Activiteiten menu en rechts een beperkt aantal iconen voor ondermeer netwerk, afmelden etc.

Programma’s (activiteiten) start je op door je muis naar de linkerbovenhoek te brengen. Dan verschijnt er vanzelf een panel aan de linkerzijde van het scherm van waaruit je keuzes kunt maken. Als snel zie je dan ook dat je meerdere desktops kan openen. Als je op een open venster klikt op zo’n virtuele desktop dan staat die applicatie meteen op je scherm en verdwijnt ook het zwarte panel aan de linkerzijde.

Het wisselen tussen open applicaties kan lastig zijn als er veel open staan omdat de vertrouwde functionaliteit van het onderste panel is verdwenen. Daar zal wel een  shortcut voor gemaakt zijn of worden dus dat zal wel goed komen lijkt mij. Al met al is het echt even wennen, maar ik voorzie eigenlijk ook weer niet al te veel problemen op mij af komen.

En dat stelt toch wel een beetje gerust om de waarheid te zeggen. Want ik ben echt wel verknocht aan mijn Gnome desktop. Maar het ziet er ook hier naar uit dat ‘anders’ iets anders is dan ‘minder’. Temeer omdat de door Ubuntu meegeleverde versie van Gnome Shell niet de meest bijgewerte versie is. Daarvoor zou je eigenlijk vanuit GIT de laatste snapshot moeten installeren. Maar daar waag ik mij nog niet aan. Temeer omdat uiteindelijk onder Ubuntu een andere Shell zal worden toegepast. Ik kijk er toch wel met enig vertrouwen naar uit.

HPLIP-GUI

Er zijn meerdere manieren om een printer te installeren onder Ubuntu. Maar als je een printer van HP gebruikt is toch wel erg gemakkelijk om te werken met HPLIP-GUI. Je installeert dit pakket met sudo apt-get install hplip-gui of je zoekt het op in Ubuntu Softwarecentrum. Vervolgens klik je op (Systeem, Voorkeuren) HPLIP-Toolbox en het feest gaat beginnen. Eerst krijg je een informatiescherm te zien.

Je klikt vervolgens op de voorgestelde button “Setup Device…” om de installatie te starten. Je krijgt vervolgens een scherm waarin je op zoek gaat naar de aangesloten printer. In mijn geval is de printer aangesloten via een ethernetaansluiting en dus kies ik voor de 2e optie maar geef ook onder de geavanceerde opties het interne IP adres op waar de printer op staat ingesteld.

Vervolgens krijg je nog een tweetal schermen waarop je keuze moet worden bevestigd en waar je de naamstelling kan aanpassen. En meer is het niet. Het grote voordeel van deze methodiek is echter de uitgebreide toolbox die je bij deze installatie krijgt aangeboden.

Je krijgt dus de voorraad inkt te zien, je kan je koppen schoonmaken of uitlijnen, papier en printkop instellingen wijzigen, boodschappen doen bij de HP winkel etc. etc. In je Gnome Panel komt ook een icoon te staan van waaruit die mogelijkheden ook zijn op te roepen.

Zeg nou zelf, makkelijker kan het toch niet?

Absolute Theme & icons

Een van de leuke dingen op een Linux desktop is het vermogen om zelf te bepalen hoe je die desktop wilt vormgeven. Nog even los van elementaire keuzes of je gebruik maakt van Gnome, KDE, XFCE etc.  Want welke bureaubladmanager je ook gebruikt, alles is aan te passen.

Toen Ubuntu met 10.04 en later met 10.10 kwam was ik verrukt van de nieuwe vormgeving. Inmiddels ben ik gewend aan de knoppen links. Maar als ik ze alsnog rechts wil hebben is dat zo veranderd. Het standaard thema dat Ubuntu nu aanbiedt is ook erg fraai. Maar naar verloop van tijd zoek ik dan toch weer iets anders. Onlangs heb ik even gespeeld met Elementary, maar ik vond toch die kleuren iets te flets.

Op dit moment heb ik daarom gekozen voor een ander fraai thema onder Gnome: Absolute. Daarbij maak ik dan ook gebruik van de hierbij aanbevolen iconenset: Absolute Icons. De resultaten mogen er zijn.

Nautilus heeft ook een makeover gekregen. Daarvoor heb ik gebruik gemaakt van een hack onder de naam Elementary. Inmiddels begreep ik dat er een betere versie van te verkrijgen is dus ik blijf nog even roepen dat ik daar op terugkom. Meer informatie is overigens te vinden bij Web UPD8.

Simpel Backup Suite

Onlangs werd hier een QNAP TS-419 NAS geïnstalleerd. Met de komst van een dergelijke machine ga je natuurlijk ook nadenken over een backup strategie. Voorheen kopieerde ik de belangrijkste mappen en bestanden naar een aparte partitie van mijn harde schijf. En heel soms kopieerde ik die ook weer naar een externe harde schijf. Dat kan je niet echt een strategie noemen natuurlijk.

Daarom ben ik overgestapt naar een geautomatiseerd proces van backuppen. Hoewel dat ook prima kan met bijv. rsync heb ik een grafische frontend gebruikt: Simple Backup Suite.

Simple Backup Suite comprises of backend backup script and GNOME GUI frontends that provide a simple yet powerful backup solution for common desktop users. Simple Backup Suite comprises of backend backup script and GNOME GUI frontends that provide a simple yet powerful backup solution for common desktop users.

Installeren en configureren

Installeren is eenvoudig te realiseren via bijv. Ubuntu Softwarecentrum. Zoek naar “Configuratie van Simple Backup” en de benodige bestanden worden geinstalleerd. Daarna kan je het programma configureren via Toepassingen, Systeemgereedschap, Simple Backup-Configuration.

De opties van Simple Backup Suite spreken wel voor zich. Ik heb gekozen voor een volledige backup om de 30 dagen en verder wordt er dagelijks een incremental backup gemaakt. Uiteraard heb ik vervolgens de belangrijkste mappen gekozen waar mijn data én instellingen worden bewaard. Denk dan aan bijv. Documenten, maar ook aan de (onzichtbare) mappen voor applicaties zoals bluefish, xchat, thunderbird etc.

Wat ik alleen even moest uitzoeken was de manier om dat naar mijn NAS te laten stromen. Maar dat bleek ook niet lastig te zijn. Op mijn QNAP heb ik het FTP protocol actief gemaakt. Ik gebruik die alleen intern, want de poort is niet naar buiten open gezet. (Je kan natuurlijk ook ssh gebruiken).

Door nu de juiste verwijzing te maken wordt volautomatisch iedere dag de backup gedraaid. Dat gaat snel en geruisloos en dat maakt het leven weer een heel stuk prettiger (en veilig)

Gnome Thema: Elementary

Onder Gnome is het eenvoudig om een andere vormgeving in te stellen. De laatste tijd maakt het zgn. Elementary thema goede sier op veel desktops. Ik was eigenlijk wel benieuwd naar dit thema en besloot het te installeren. Dat gaat eenvoudig als je onderstaande commando’s in je terminal invoert:

sudo add-apt-repository ppa:elementaryart/ppa

sudo apt-get update && sudo apt-get install elementary-theme elementary-icon-theme

Daarna ga je vanuit je menu naar Systeem, Voorkeuren en kiest dan Elemantary in de toepassing “Uiterlijk”. Er bestaat ook een zgn. Elementary aanpassing voor Nautilus waardoor Nautilus een ander uiterlijk en mogelijkheden verkrijgt. Daar kom ik binnenkort op terug.

 

 

Sleutelring

Onlangs besloot ik in Ubuntu 10.10 om mijn wachtwoord te veranderen. Er was geen directe aanleiding voor. Het kwam eigenlijk omdat ik toevallig die optie tegenkwam. Als je onder Ubuntu naar Voorkeuren klikt en daar kiest voor “Over Mij” zie je vanzelf die optie aangeboden worden.

Zo gezegd, zo gedaan. Het blijkt echter niet helemaal goed te gaan. Als je opnieuw inlogt krijg je een melding van je Keyring applicatie. En dan moet je alsnog je oude wachtwoord inbrengen.

Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het is gelukkig snel op te lossen. In Nautilus maak je even de verborgen bestanden en mappen zichtbaar door de toetscombinatie CTRL-H. Blader dan naar .gnome2/keyrings en wis daarin het bestand login.keyring.

Blijft natuurlijk de vraag waarom dat zo moet. Als je gebruik wil maken van de GUI, zijn er dan andere manieren om je wachtwoord (en keyring) te veranderen?

Een QNAP TS-419P in de praktijk

De tijden veranderen en onze opslag veranderd mee. Zo was mijn eerste computer nog voorzien van een 10 Mb harde schijf. Tegenwoordig worden onze computers uitgerust met een opslag van 1 TB of meer.

Toch is het niet altijd handig om die opslag te beperken tot het gebruik op maar 1 computer. We hebben onze computers tegenwoordig onderdeel gemaakt van een (thuis)netwerk. En dan wil iedereen in het netwerk wel mee profiteren van een grote opslagruimte. Om in die behoefte te voorzien zijn er meerdere oplossingen mogelijk.

Network Attached Storage

Er zijn bijvoorbeeld routers verkrijgbaar die een externe harde schijf kunnen integreren in het netwerk. En je kan natuurlijk een server inzetten als fileserver voor op je netwerk. En wat te denken van cloudcomputing? Maar toch blijft de mooiste oplossing voor centrale opslag de inzet van een NAS. Dat staat voor Network Attached Storage. Een NAS is eigenlijk niets meer dan een opslagmedium die dankzij het TCP/IP protocol data kan overdragen aan alle op dat netwerk aangesloten computers.

En dat is wezenlijk eigenlijk precies wat een fileserver ook doet. Maar er zijn op onderdelen toch wel verschillen aan te wijzen. Het grootste verschil is dat het besturingsysteem van een NAS. Het besturingssyteem is toegesneden op het verrichten van pure fileserver activiteiten. Dat geeft voordelen in zowel performance als in energiebeheer. Het besturingssyteem (de firmware) is immers helemaal op maat gemaakt voor de door de fabrikant samengestelde hardware.

Gelukkig blijft de functionaliteit van die firmware niet beperkt tot pure fileserver activiteiten. Je kan op een NAS ook software installeren waarmee je NAS gebruikt kan worden als Web-, FTP- of print server of je gebruikt de NAS om automatisch bittorrents of nzb bestanden naar binnen te trekken.

Er zijn voor de thuis en soho eindgebruikers meerdere merken te vinden die zich specialiseren in deze markt. Grote namen zijn bijvoorbeeld Synology, Qnap, Netgear, Linksys, Freecom en Buffalo maar de lijst is nog heel veel groter te maken.

QNAP TS-419P

Zelf heb ik sinds kort een QNAP TS-419P in gebruik genomen. Het is eigenlijk alweer een gedateerd model want de opvolger is de QNAP TS-419p+. Die heeft nagenoeg dezelfde prijs maar een iets zwaardere processor aan boord. Nu we toch over hardware praten is het wel handig om even de belangrijkste specificaties te vermelden:

Als processor is gekozen voor een Marvell 6281 CPU die draait op een snelheid van 1.2 GHz. Aan boord is dan vervolgens 512 MB aan DDRII Ram geheugen en 16 MB aan flash geheugen. Er zijn twee Gigabit Lan poorten en 4 USB 2.0 poorten aan boord. Er zijn 4 zgn. hot-swappable harde schijf trays die kunnen worden voorzien van 2,5″ of 3,5″ (sata I/II) schijven. Ik heb gekozen voor 4 x 1,5 TB HDD’s van Samsung. Het is dan prettig om te weten dat er nog twee extra eSATA poorten beschikbaar zijn voor externe plaatsing van twee extra schijven.

RAID configuratie

Met 4 harde schijven van ieder 1,5 TB is het raadzaam om optimaal gebruik te maken van die opslag. Je kan ze natuurlijk inzetten als 4 afzonderlijke schijven, maar dat is niet zo handig in de praktijk. Het is gebruikelijk om een zgn. RAID configuratie te gebruiken.

RAID staat voor ‘Redundant Array of Independent Disks’ Met behulp van een RAID configuratie wordt de opslag van je data verspreid over meerdere schijven. Er zijn meerdere zgn. RAID niveaus die ieder hun voor- en nadelen kennen. Zo wordt bijvoorbeeld bij RAID 0 een aantal schijven benaderd alsof het één grote schijf is. Door de manier waarop data wordt weggeschreven over fysiek verschillende schijven wordt dit systeem heel erg snel. Maar als er een schijf kapot gaat is alle data ook verloren gegaan.

En juist het risico van gegevens verlies wordt centraal gesteld bij een NAS configuratie. Daarom wordt bij een NAS met 3 of meer schijven vaak gekozen voor een RAID 5 configuratie. Met RAID 5 wordt de data gelijkmatig verdeeld over meerdere schijven en wordt er extra informatie bijgehouden (dat wordt parity genoemd) waarmee de gegevens zijn te herconstrueren wanneer er een harde schijf stuk gaat.

Dankzij een dergelijke setup zijn je gegevens veilig. Als er een schijf kapot gaat kan je die vervangen voor een nieuw exemplaar en wordt dankzij de parity informatie de ontbrekende gegevens herberekend en opnieuw geconstrueerd. Het nadeel van RAID5 is de berekening van de parity informatie waardoor het schrijven van data altijd wat extra tijd kost.

Gelet op de voordelen van een RAID 5 configuratie heb ik voor de QNAP ook voor RAID 5 gekozen. Je komt vanzelf voor die keuze te staan als je start met de setup van deze NAS. De 1e initialisatie van de NAS duurt circa 45 minuten. Maar het bouwen van de RAID5 configuratie (op de achtergrond) duurt echt wel lang. Ik meen dat het iets van 14 uur geduurd heeft. Maar dat ging niet zomaar in een keer.

Firmware problemen

Voor ik begon met het installeren van de NAS had ik besloten om meteen te starten met de toen beschikbare laatste firmware. De meegeleverde cd had de firmware van april en het leek mij zinvol om meteen met de laatste versie te starten. Dat was de 3.3.5 versie die toen nog (inmiddels niet meer) op de website van QNAP was te vinden. Maar gaandeweg het opbouwen van de RAID5 configuratie bleek er iets fout te gaan. Op enig moment was de NAS niet meer te benaderen. Niet met de browser (ipadres:8080), niet vanuit Nautilus en ook pingen vanuit de terminal bleek onmogelijk te zijn. Kortom…”Houston, we have a problem”. Na een harde reboot het proces nog een een keer gestart en wederom hetzelfde probleem. Op dat moment blijkt al snel via het forum dat er meerdere van dit soort problemen zijn gemeld. Omwille van die problemen is alsnog de cd gepakt en met die oude firmware was de zaak probleemloos opgezet.

Vanuit die situatie werd de firmware opgewaardeerd naar wederom versie 3.3.5. De gedachte was dat er mogelijk een bug zat in het bouwen van de RAID5 configuratie en dat de rest wel goed zou zitten. Helaas bleek dat een misvatting te zijn. Na een tijdje bleek de NAS wederom “te hangen”. Om een lang verhaal kort te maken bleek dat versie 3.3.4 en 3.3.5 echt grote fouten bevatten. QNAP heeft ze daarom ook (mede naar aanleiding van mijn gemelde ervaringen) uit de markt getrokken en liet weten dat er gewerkt moest worden met versie 3.3.3 build 928. Dat leek inderdaad een goede optie te zijn, maar na enkele dagen werd wederom het plezier verstoord door dezelfde verschijnselen. Ook de inmiddels op de markt gebrachte versie 3.3.6 loste dat probleem niet op. Uiteindelijk werk ik nu met versie 3.3.2 omdat daarvan wordt gezegd (door gebruikers) dat deze versie wel stabiel blijkt te zijn.

Het ziet er dus naar uit dat de fabrikant problemen heeft met het aanbieden van goede firmware. Elke maand komt er wel nieuwe firmware uit, maar op deze manier heb je er niets aan. Ik mag alleen maar hopen dat QNAP hier lering uit trekt want ze bewijzen zichzelf een slechte dienst door op deze manier met hun firmware en klanten om te springen.

Omwille van deze problemen aarzel ik om hier meteen al mijn ‘gewone’ ervaringen mede te delen. Op zich zijn die wel goed, maar uiteindelijk valt alles tegen als de NAS dood valt. Voorlopig lijkt het goed te gaan met de 3.3.2 firmware en heb ik inmiddels een hoop data over weten te zetten naar mijn NAS. Maar de praktijktest moet wel worden verlengd want op dit moment is het nog te vroeg om erg enthousiast over haar mogelijkheden te schrijven. De tijd zal het leren en dan komt vanzelf een vervolg op dit artikel.

Scroll naar boven