Digiplace

Videobanden redden onder Linux

Heeft u nog oude videobanden in huis? Wees dan gewaarschuwd! Na zo’n 10 jaar gaat de kwaliteit van de banden achteruit. Het begint met een zwart/wit band middenin het beeld, terwijl de boven- en onderrand nog steeds in kleur zijn. Wacht nog langer en het beeld gaat lopen, trekken, rollen en is het niet meer te redden. Met name opnamen die op halve snelheid zijn gemaakt lopen snel in kwaliteit terug en vragen om een directe reddingsactie.

(Een artikel van Ivo Kroone, eindredacteur van Autozine.nl)

TV-KAART

Tijd dus voor een reddingsoperatie nu het nog kan. Inmiddels zijn er vele oplossingen op de markt, waarvan de TV-kaart de meest gangbare is. Het eerste “redmiddel” is een TV-kaart van fabrikant Hauppauge. Alhoewel Linux hier formeel ondersteuning voor biedt, is het werken met een TV-kaart in de praktijk een kwelling. Als de gekochte variant iets verschilt van de ondersteunde variant, gaat het al mis. Na enkele maanden en heel veel experimenteren, kernels bouwen, patches toevoegen, scripts schrijven en vruchteloos API’s opvragen (er zijn vele programma’s voor video onder Linux, maar geen van allen werkt echt goed) mag een TV-kaart als weggegooid geld worden beschouwd. Dit geldt niet alleen voor Hauppauge, maar ook voor TV-kaarten van andere merken. win-tv

Een dure les, niet alleen voor mij, maar ook voor de fabrikant. Inmiddels werkt zo’n 10% van de markt met Linux en die 10% loopt menig hardwarefabrikant mis. Een reclamecampagne die 10% extra verkopen oplevert zou als ongekend succesvol worden beschouwd. Een driver voor Linux ontwikkelen zou die 10% extra verkopen opleveren, maar de hardwareboeren laten hun kans liggen.

PINNACLE VIDEO CAPTURE

Dan naar Pinnacle. Deze fabrikant heeft een klein kastje met video/audio ingangen aan de ene kant een een USB aansluiting aan de andere kant. De “Video Capture” kost een paar tientjes, dus het risico is klein. Maar helaas. Pinnacle geeft geen specificaties vrij en geen enkele Linux gebruiker is er ooit in geslaagd dit toestel aan het werk te krijgen. Misschien had ik EERST fora op Internet moeten lezen en pas daarna een apparaat moeten kopen. Een wijze les voor anderen: de Pinnacle DVC90 is niet aan de praat te krijgen met Linux. video-capture

Ook onder “Wine” werkt de meegeleverde software niet, terwijl deze Windows-emulator in de praktijk zelfs de meest complexe software weet te draaien. De Pinnacle installer blijft tot in het oneindige vragen om serienummers en DLL’s. Waarom een eenvoudige driver een serienummer nodig heeft blijft een raadsel, want een driver is niets waard zonder de bijbehorende hardware.

Als wanhoopsdaad heeft ondergetekende een echte Windows PC geleend (vertel het a.u.b. niet verder, dit zorgt voor reputatieschade) en hierop de software geinstalleerd. Dit gaat wel in 1 keer goed. Maar helaas is de software hopeloos ingewikkeld en loopt het snel vast. Veel meer dan 15 minuten video omzetten lukt niet, daarna loopt de Windows PC keer-op-keer vast. Na het omzetten moet de opname verplicht worden gemonteerd, voorzien van overvloeiers, ingedeeld in hoofdstukken en tenslotte weggeschreven naar het gewenste formaat. Deze programmeurs hadden duidelijk te veel tijd om handen. Hadden zie dat niet beter kunnen besteden aan Linux-software dan aan montage-functies, effect-programma’s en ander overbodig spul?

PINNACLE VIDEO TRANSFER

Het is een klein verschil, maar er is ook een “Video Transfer” van Pinnacle. Deze vereist GEEN computer, dus ook GEEN drivers. Dit moet werken met Linux! Aan de ene kant wordt een videorecorder aangesloten, aan de andere kant een USB2-harddisk. En jawel! Dit apparaat werkt direct naar behoren. Al bij de eerste test wordt een oude videoband zonder enig probleem omgezet in MP4 formaat. Het uiteindelijke bestand is probleemloos af te spelen onder Linux (gebruik “mplayer”). Ook tragere computers, zoals de populaire netbooks, spelen de MP4 bestanden zonder haperen beeldvullend af. video-transfer

De beeldkwaliteit is redelijk, alhoewel geen wonderen mogen worden verwacht van een apparaatje van 129 euro. Tekenfilms zien er prima uit, andere beelden worden geplaagd door duidelijk zichtbare strepen. Bovendien is VHS een ronduit slecht systeem; op een moderne monitor is helemaal goed zichtbaar hoe slecht VHS daadwerkelijk is. De gemiddelde TV is wat meer vergevingsgezind, waardoor video er nog redelijk uitziet.

Een paar hints bij het gebruik van “Video Transfer”:

  1. Gebruik een snelle harddisk. Menig USB-stick is te traag. In dat geval stopt de opname omdat de stick het niet kan bijhouden. Een USB-harddisk werkt beduidend beter dan een USB-memorystick.
  2. Een videorecorder met zogenaamde “time base corrector” doet wonderen. Dit is een voorziening waarmee de tijdcode van de videoband opnieuw wordt gegenereerd en dat zorgt ervoor dat een externe bron het signaal probleemloos kan verwerken.
  3. De externe harddisk moet in VFAT formaat zijn geformatteerd, Linux-formaten als EXT3 of ReiserFS worden niet herkend (terwijl de “Video Transfer” volgens geruchten intern Linux gebruikt). VFAT32 verdient de voorkeur, omdat deze grotere bestanden kan opslaan. Toch bestaat er een limiet van 4 gigabyte, wat voor de gemiddelde Linux-gebruiker een lachertje is maar de Windows wereld is nog niet zo ver.

DVD-RECORDER

Er is een laatste oplossing: de DVD-recorder. Een DVD recorder heeft beduidend betere software om beeld te verbeteren en neemt zelfs met het slechtste signaal genoegen. Kopieer de oude VHS-opname simpelweg naar de DVD-recorder en brandt het resultaat op een re-writeable DVD.

Vervolgens kan de DVD met diverse programma’s worden omgezet naar een voor Linux leesbaar formaat. “Thoggen” is een goede keuze, alhoewel dit programma slechts 1 uitvoerformaat kent: Ogg/Theora. Dit is een 100% open source formaat dat helaas nog nauwelijks wordt ondersteund door mediaspelers, iPods en ander moois. Linux’ onvolprezen “mplayer” ondersteunt dit formaat uiteraard probleemloos.

Een goed alternatief is “AcidRIP”. Dit programma kan een DVD omzetten naar onder andere DivX, h.264 en MPEG4. Deze laatste wordt door veruit de meeste apparaten ondersteund en vraagt bovendien het minste rekenwerk. Zet “cropping” en “scaling” uit om de originele resolutie van de VHS-band te behouden. Het eindresultaat is beduidend beter dan via
de Pinnacle-producten en een pakje rewritable DVD’s is veel goedkoper. Wel vraagt het omzetten via de DVD-recorder meer werk.

Nu is de verse kopie tot in lengte van decennia houdbaar, om te zetten in ieder ander digitaal formaat en klaar voor de toekomst!

Ingezonden: Gratis!

Reactie op Jan Stedehouders column, ‘De kosten van gratis (2)’ https://www.digiplace.nl/2008/12/06/de-kosten-van-gratis-2/

Auteur: E.G.P. Bos
Linux is gratis en daarom ben ik er zo gemakkelijk in gerold. Linux is gratis en dus blijf ik het gebruiken, zelfs al installeer ik ernaast af en toe andere besturingssystemen. Maar ook: Linux is gratis en dus is het voor iedereen beschikbaar. Linux is gratis en dus maken we een statement in de geest van ‘onze ideeën zijn vrij’.

Linux en gratis zijn onlosmakelijk verbonden, want vrij en gratis zijn onlosmakelijk verbonden. Hoe kun je consequent volhouden dat een besturingssysteem open, vrij en ‘voor iedereen door iedereen’ is als je dat zou beperken tot mensen die ervoor willen betalen? Volgens mij zou dit slechts mogelijk zijn op de manier waarop het nu gebeurt; door mensen te laten doneren als ze daar de mogelijkheid toe hebben, maar het verder niet te hebben over kosten.

Het artikel http://www.linuxfoundation.org/publications/estimatinglinux.php dat Jan aanhaalt brengt een interssant punt onder de aandacht, maar de uitwerking is, zoals ze zelf ook al aangeven onder Limitations etc., sterk versimpeld.

  1. In dit artikel gaan ze uit van een volledige Fedora distributie, dus _alle_ pakketten in de repository. Voor de gemiddelde Linux distributie houdt dit in: alle software die je ooit zult gebruiken onder Linux, aangezien de grote Linux repo’s (Red Hat, Debian, Gentoo) bekend staan om hun compleetheid.
  2. Vervolgens telt men de regels code in al die pakketten en rekent men dit om naar programmeurs salarissen in de VS (toegegeven, hier houden ze met veel zaken rekening, zoals de overhead kosten door bijvoorbeeld ziekte en ongevallen) per regel code.
  3. Verder wordt geen rekening gehouden met het bijwerken van code door de tijd; iets waar uiteraard de meeste tijd in is gaan zitten.

Punt 1 zorgt ervoor dat niet de waarde van slechts een besturingssysteem, maar de waarde van bijna elke willekeurig samen te stellen, volledige werkomgeving wordt berekend. Welk bedrag hier ook uitkomt, het zal niet te vergelijken zijn met bijvoorbeeld de ontwikkelingskosten van Windows of MacOS. Om het te vergelijken zul je een gelijkwaardige verzameling software naast Windows moeten zetten en de ontwikkelingskosten daarvan erbij op moeten tellen.

Punt 2 en 3 zijn uiteraard te simpel voor woorden en geven een volkomen scheef beeld van de ontwikkeling die er in een totale Linux distributie is gestopt. Hier nemen ze zelf ook kennis van, maar ik wilde het maar even aanstippen om te laten zien dat het genoemde bedrag van 10 miljard niet al te serieus moet worden genomen.

Het achterliggende probleem in het artikel is simpelweg dat Linux niet gemaakt is door betaalde programmeurs alleen (juist vaker onbetaald). Bovendien gaat het artikel uit van de kosten die een bedrijf vandaag de dag zou maken als ze de hele distributie vanaf de grond op zouden moeten bouwen, terwijl Linux al een jarenlange ontwikkeling heeft gehad.

Met andere woorden, ik wil even grondig afrekenen met het idee dat het essentieel is dat er veel geld in de ontwikkeling van Linux is gestoken. Uiteraard is dit een onderdeel in de ontwikkeling geweest die ervoor heeft gezorgd dat Linux beschikbaar werd voor de zakelijke wereld en het grote publiek (door inspanningen van respectievelijk Red Hat en Canonical), maar voor de ideologie van Linux is het volkomen irrelevant hoe de inspanningen zijn gemaakt. Het is voor iedereen, door iedereen, en of je daar nou voor betaald krijgt (en er vervolgens ook weer geld aan verdient! Anders zouden bedrijven er uberhaupt niet aan beginnen) of niet is me om het even.

Feit blijft dat er een idee voor computergebruik is ontstaan dat door een grote gemeenschap ondersteund wordt en daardoor in leven blijft, onafhankelijk van afzonderlijke elementen van die gemeenschap. Dit idee dringt de laatste jaren ook steeds meer door in andere gebieden dan alleen software en dat lijkt me een goede ontwikkeling. Zo klinkt namelijk in steeds meer sectoren van de samenleving de roep om vrijheid en ik denk dat we daar uiteindelijk allemaal beter van zouden worden.

Nu is vrijheid natuurlijk iets waar je verantwoordelijk mee om moet gaan en dit besef zal moeten groeien. Dit is echter iets wat volgens mij redelijk natuurlijk, maar langzaam zal gaan. Vrijheid is voor mij leven zonder barrières, om onbelemmerd je leven te kunnen leiden op de manier die je zelf zinvol acht. De uiteindelijke consequentie hiervan is dat waarde op een andere manier zal moeten worden uitgedrukt dan in geld of werk. We werken namelijk al een aantal decennia toe naar een volledig geautomatiseerde omgeving en in zo’n omgeving zul je langzaam aan na moeten gaan denken over een nieuwe invulling van je levensdoelen.

Wat mij brengt tot de volgende stelling: economische waarde is achterhaald, de toekomst is vrij. Het woord gratis zal inderdaad uit onze algemene vocabulaire geschrapt worden en terecht komen in dat van de geschiedkundigen. “Gratis? Natuurlijk! Kan het ook anders dan?”

Shiki Colors Theme

Nog maar een paar dagen geleden had ik hier enthousiast geschreven over het Dust-Cold thema. Inmiddels heeft dat (fraaie) thema plaats gemaakt voor iets compleet anders: Shiki-Colors. Er is een script voorhanden genaamd ColorizeMe-Shiki (de 3e downloadoptie) en die heb ik gebruikt. En dat heeft een behoorlijke impact.

Het zorgt ervoor dat je corpsgrootte wordt verlaagd. (van 10 naar 8). Zelf vind ik dat niet een voordeel en dus heb ik handmatig die grootte weer aangepast. Dit thema komt daarnaast in verschillende variaties, ieder met eigen icons en wallpaper. Dankzij het script komt er een keurige optie in je “systeemgereedschap menu” te staan waarmee je het thema kan verwijderen upgraden of waarmee je op die manier de kleuren kan veranderen.

De presentatie is erg fraai. Het lijkt eigenlijk wel een beetje op KDE. Dat komt ondermeer door de wallpaper (denk ik) en door de fraaie schaduwwerking die het paneel heeft gekregen.

Het is natuurlijk maar weer afwachten hoe lang dit thema favoriet blijft (ja, het gaat soms snel) maar ik geef het een goede kans. Mijn voorkeur gaat overigens uit naar de blauwe variant (Brave).

Gebruik (Beta) nVidia driver 180.06

Een van de meest in het oog springende ergernissen onder Ubuntu Intrepid Ibex was een probleem die uiteindelijk gerelateerd bleek aan de meegeleverde standaard nVidia driver.

Dat probleem was op zich niet zo groot, maar daarom niet minder hinderlijk. Bij het gebruik van (o.a.) het Human theme (ook Darkroom, Dust e.a.) werd soms de vensterrand helemaal wit en werden bij het verplaatsen van je muis de vensterknoppen onzichtbaar. Soortgelijke problemen deden zich ook voor bij OpenOffice.org en Thunderbird. Bij deze applicaties werden de vensterranden 100% onzichtbaar. Ze waren er nog, maar je zag ze niet.

Vanuit verschillende publicaties (Ubuntu Forums en Ubuntu Geek) werd al snel duidelijk dat het met de standaard nVidia (versie 177) had te maken. Met een kleine aarzeling heb ik besloten om ook de beta driver van nVidia te gebruiken. Het blijft altijd een beetje tricky om dit soort stappen te ondernemen. Maar het is succesvol verlopen. Natuurlijk waren standaard al een paar noodzakelijke pakketten geïnstalleerd. (linux-headers-generic, libx11-dev, build essential) anders gaat het sowieso niet werken.

Vervolgens heb ik de beta versie vanaf deze pagina opgehaald. Maak daar de juiste keuzes en kies dan voor de beta mogelijkheden in het laatste vak rechtsonder. Let op: deze beta versie is alleen geschikt vanaf een NVIDIA Geforce 6*** kaart. Gebruik je een oudere (b.v. Geforce 4) kaart dan heeft het volstrekt geen zin om deze procedure op te starten. Het moet uiteindelijk dus gaan om de 180.06 (of hogere) driver versie.

Eenmaal gedownload heb ik eerst de rechten op uitvoeren gezet (rechtermuisknop,eigenschappen, tabblad rechten en vinkje geplaatst bij “uitvoeren” achter “eigenaar”).

Vervolgens een CTRL-ALT-F1 gedaan. Inloggen met usernaam en wachtwoord. Vervolgens:

sudo /etc/init.d/gdm stop om je X-server te killen

Ga vervolgens naar de locatie waar je het gedownloade bestand hebt staan (bij mij dus een cd  Bureaublad) en tik daar aangekomen deze opdracht in:

sudo sh NVIDIA-Linux-x86_64-180.06-pkg2.run (of kies daar de 32 bits benaming als je die versie hebt gekozen).

Kies vervolgens voor de default waarden dus accepteer de licentie en laat de installer zijn werk doen. Zorg alleen voor de laatste vraag dat je de installer Xorg.conf laat herschrijven.

Als dat allemaal is gedaan en een en ander is succesvol bevestigd vanuit de installer doe je nog een:

sudo /etc/init.d/gdm start om weer terug te keren naar je grafische GNOME omgeving.

In mijn geval heb ik daarna de 177 driver gedeactiveerd (en dus verwijderd) uit (Systeem, beheer) Hardware drivers. En een reboot bevestigde daarna een geslaagde installatie.

Resultaat: Ten eerste is het probleem met die vensterrand opgelost. Dat is erg prettig moet ik zeggen. Ook lijkt het allemaal wat sneller te werken en wordt de beeldopbouw bij divx en xvid movies opvallend verbeterd. Voorheen zag ik nog wel eens een vreemde lijn door het scherm lopen. Die is nu verdwenen.

Mocht er een nieuwe driver vanuit Ubuntu worden aangeboden dan kan e.e.a. mogelijk problemen gaan opleveren. Aan de andere kant zou je dan gewoon weer vanuit (Systeem, Beheer) Hardware drivers die nieuwere versie moeten kunnen kiezen.  Vooralsnog ben ik tevreden over het resultaat en mocht het anders gaan verlopen dan laat ik het wel weer weten.

Scroll naar boven